Kies je voor de status quo of sta je op om de wereld te veranderen?
In 2014 stopte ik als topsporter en wilde ik iets betekenen voor de schaatswereld. Samen met Niels Kerstholt spanden we ons in voor de rechten van atleten, wij wilden deelnemen aan de IceDerby-wedstrijden, een combinatie van langebaan- en shorttrackschaatsen die naast ons reguliere schaatsbestaan zou kunnen bestaan, een mooie manier voor veel atleten om geld te verdienen met het uitoefenen van hun werk: schaatsen.
De opportunist in mij gelooft in de mogelijkheden en kansen om de wereld of een bedrijf te verbeteren. De vercommercialisering van sport en opkomst van zustersporten zoals shorttrack, of nieuwe nummers als massastartwedstrijd bieden die kansen.
Als topsporter of ondernemer moet je dit ergens in je hebben, dat geloof. Het geloof in jezelf, in je talent en in de mensen om je heen die met je meedromen. Hoeveel mensen worden er Olympisch kampioen? Hoeveel start-ups slagen echt? Vaak genoeg word je geconfronteerd met tegenslagen en ogenschijnlijk onmogelijke hobbels. Als je de kansen te realistisch inschat, ontneem je jezelf en anderen de broodnodige motivatie om hard te werken en risico’s te nemen.
Maar het mooie van kampioen worden of een bedrijf starten is dat je in een vrije wereld vol kansen mag opereren. Je neemt risico met je tijd, geld en overtuiging, en je betaalt zelf de prijs voor falen of het niet waarmaken van je droom. Die innerlijke overtuiging is de basis van je ‘drive’ om ergens voor te gaan.
Hoe anders is het als je voor deze overtuiging de prijs moet betalen van een levenslange schorsing? Wat als je niet eens kunt beginnen, omdat het initiatief bij voorbaat als kansloos wordt beschouwd omdat het verboden is? IceDerby had potentie in 2014, maar de ISU zag het als levensbedreigend voor haar machtspositie en kwam met draconische maatregelen.
Als Niels Kerstholt en ik wilden meedoen, liepen we het risico uitgesloten te worden als atleet of coach. Dat is fundamenteel onrecht. Wij waren overgeleverd aan bestuurders die vasthielden aan hun eigen koninkrijk, net als alle atleten in Europa. Een situatie die moest veranderen.
De totale overschatting van zichzelf en minachting voor atleten was een domme zet van de ISU. Het gaf ons de kans om dit onrecht aan te kaarten bij de Europese Commissie. Het pleidooi van de ISU en IOC-advocaat in Brussel was opvallend: de veiligheid en eerlijkheid van sport komen in het geding als wij gelijk zouden krijgen. Waarop ik voor de commissie een wedervraag stelde: Het grootste dopingschandaal in de sport vond plaats onder de directe ogen van het IOC, in Sochi 2014. Atleten hadden geen enkel recht om hun eigen sponsoren te gebruiken tijdens de belangrijkste wedstrijden, en daarbij dreigt een van haar bonden – de ISU – met levenslange schorsingen voor ons atleten: Vinden jullie dat eerlijk?
We kregen gelijk. Na vele jaren is onze positie duidelijk. Wij zijn professionele atleten die niet gedwarsboomd mogen worden in het uitoefenen van ons geliefde werk. IceDerby zal er waarschijnlijk nooit komen, maar drempels voor nieuwe initiatieven zijn weggenomen.
Begrijp me goed, ik ben niet tegen sportbonden of organisaties als het IOC of de UEFA. De sportpiramide moet in stand blijven, maar het is nodig om het bestuur scherp te houden en voor te houden atleten als werknemers met bijbehoorde rechten te behandelen.
Een eerlijk speelveld en concurrentie zijn essentieel voor een gezond systeem. Kansen zullen komen voor atleten en organisaties om hun eigen toekomst vorm te geven. Het recht heeft gesproken.
Case Closed.
Mark
Ps. Dank aan allen die ons hielpen in dit gevecht: advocaten, EU-Athletes, mede-sporters en oud-atleten. Jullie weten wie jullie zijn! Dank nogmaals.